Cyriel Buysse

Cyriel Buysse

Nevele, 20 September 1859 - Afsnee, 25 Juli 1932

Cyriel Buysse was een Vlaams liberaal vrijzinnig schrijver, door zijn vader voorbestemd om hem op te volgen in zijn cichoreifabriek. Op aanraden van zijn tante Virginie Loveling legt hij zich na een lang verblijf in de Verenigde Staten toe op het schrijven van realistische romans. De reislustige Buysse was een groot autoliefhebber. Hij woonde een aantal jaren in Nederland en werd aan het eind van zijn leven door koning Albert I in de adelstand verheven.

Het huis te Nevele waar de schrijver geboren werd. Daarnaast de woning waar destijds zijn beide tantes, de dichteressen Virginia en Rosalie Loveling woonden.

Cyriel Buysse werd in Nevele geboren als de oudste zoon van de fabrikant Ludovicus Buysse en Maria Loveling, de oudere zus van de schrijfster Virginie Loveling. De broer en zus van Cyriel Buysse waren actief in de politiek. Hijzelf volgde het Koninklijk Athenaeum in Gent, maar maakte daar zijn studies niet af. Hij werd geacht zijn vader op te volgen in de fabriek, maar voelde daar weinig voor. In 1886 stuurde Buysse Sr. zijn zoon naar de Verenigde Staten met de bedoeling daar een fabriek op te zetten. Die poging mislukte. Hij maakte daarna nog enkele reizen naar de VS en raakte er onder de indruk van de sociale mistoestanden. Er verschenen enkele reisverslagen. De meeste ervaringen verwerkte hij in zijn laatste roman 'Twee werelden'. (1931) In 1893 verscheen zijn vanwege het taalgebruik zwaar bekritiseerde roman 'Het recht van de sterkste'. In de daarop volgende decennia nam hij actief deel aan het literaire leven.

In zijn werk kan men het wisselend uitzicht volgen, hoe sociale toestanden, economische verhoudingen en stijgende bewustwording het Vlaamse land en het Vlaamse volk in een nieuw licht hebben geplaatst.

Arm, verachterd en verdrukt, slaaf van kasteelheer, landeigenaar, fabrieksbaas en politieken pastoor, was het volk de ellendejaren van cholera en hongersnood nog niet te boven gekomen.

Heel de bonte wereld van het platteland heeft Buysse voor ons opgeroepen. 

Kasteelheeren, geestelijken, renteniers en dorpsnotabelen, de burgerij, boeren en arbeiders, het uitschot: bedelaars en stroopers, de bewakers van het gezag: veld- en boschwachters, gendarmen. De sociale toestanden en de overheersing van de eigenaars, politiek en bestuur, kerk en bijgeloof, het ruwe zinnelijke leven, werden zonder blikken of blozen tentoongesteld. En de grofste kinkels, de oersterke zelfkantmensen waren niet steeds de minst aantrekkelijke helden in dit heldendicht.

“Clep Sandri” figuur uit de talrijke Buysse romans, samen met zijn vrouw.
“Clep Sandri” figuur uit de talrijke Buysse romans, samen met zijn vrouw.

Buysse schreef eenvoudig en kernachtig, objectief. Zijn materiaal was ontleend aan het dagelijks leven, stevig en stoer, soms teer, maar altijd kleurig en boeiend. Schilder en verteller om beurt, maar verteller vooral, de eerste grote verteller van Vlaanderen. Hoe hij de werkelijkheid eerbiedigde, kan men in zijn dialoog proeven. De hogere standen spraken Frans en de kleine man dialect.

Hij was de man voor wie licht en lucht het hoogste goed was. Dit verklaart waarom hij maar niet kon scheiden van zijn zonderlinge werkkamer. Deze bestond uit een houten barak, dat boven op geheide palen, boven de 'Molenberg' van Deurle, hoog in de lucht oprees. 

Ze was eenvoudig ingericht: een schrijftafel, een kast en een veldbed. Links en rechts gaven grote ramen uitzicht op het panorama van de vlakke streek, waardoor de Leie aarzelend en kronkelend haar weg zocht. Van daaruit zag hij neer op de omliggende dorpjes als op speelgoed…

Cyriel kende ze allemaal en hij kende ze zo goed. Hij kende hun geheimen, hun drama's, hun sociale wantoestanden, hun kleine mensjes en ook soms hun grote harten zo goed, dat niemand ze beter dan hem kon typeren. Hier was het, dat de vruchtbare schrijver zijn talent vrije teugel liet om ons nog elk jaar met een werk te verrassen.

De dokters hadden hem weliswaar allen arbeid verboden,. Maar bij Cyriel was de drang tot scheppen zo'n passie geworden, dat hij de rust, die zijn 72 jaar vereisten, met een glimlach uit zijn leven had gebannen.

Hoe rijk was niet reeds zijn literaire oogst! Op 25-jarige leeftijd. Hij schreef zijn eerste novelle op de boot die hem van Amerika terugbracht naar Europa.

Hij ontdekte bij zijn thuiskomst het arme, slavende, biddend,en vloekend Vlaanderen, dat hij zo pakkend en schril in zijn eerst werken gaat belichten. Verschillende romans vloeien uit zijn pen, 'De biezenstekker', 'Het recht van den Sterkste', 'Tussen Leie en Schelde', Het leven van Rozeken van Dalen' , 'Lente', Per Auto' enz.

De beruchte buurt in Nevele, waar zich de roman ‘Het recht van den Sterkste’ afspeelde.
De beruchte buurt in Nevele, waar zich de roman ‘Het recht van den Sterkste’ afspeelde.

Er was een tijd dat hij ontgoocheld was geworden over het gebrek aan succes dat zijn publicaties ondervonden. Hij keerde zich tevens tegen de Vlaamse Beweging en de flaminganten. Hij hoopte meer gehoor te vinden in Nederland en vertoefde vaak in Den Haag. Hij leerde er de Nederlandse weduwe Nelly Dyserinck kennen en op 1 oktober 1896 trouwden ze. Tot in 1899 bleef het paar in Den Haag wonen, waar hun zoon René geboren werd. Nadien bracht hij regelmatig de winters in deze stad door, evenals de oorlogstijd 1914-1918.

Vanaf 1900 bracht Buysse met zijn vrouw en zijn zoon enkele maanden per jaar in Vlaanderen door, vooral in Afsnee. Daar huurde hij het landhuis Daerupt dat hij La Maison Rose noemde In 1911 kocht hij de Molenberg achter de kerk van Deurle en liet er een paalwoning bouwen, waar hij jarenlang woonde.

Op 21 juli 1932 werd hij verheven in de adelstand met de titel baron, overdraagbaar bij eerstgeboorte. Maar omdat hij vier dagen daarna overleed kon hij de adelbrief niet lichten, en de adelverheffing en de titel gingen dan ook niet door.

Ingang van het landhuis Daerupt.
Ingang van het landhuis Daerupt.

Buysse, die al langer ziekelijk was, overleed aan een beroerte in zijn buitenverblijf, het landhuis Daerupt, naast de kerk van Afsnee. Hij werd begraven op de Westerbegraafplaats in Gent.